maandag 10 oktober 2011
ONTSLAG EN TIJDGEEST
'Deze huidige regeling sluit niet meer aan bij de tijdsgeest', zegt voorzitter Susanne Stolle van de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD).. '‘We zien de laatste decennia een verschuiving van collectieve verantwoordelijkheid (kerk, politiek) naar individuele verantwoordelijkheid. Als dat zo is in een samenleving, is het raar dat je afhankelijk bent van allerlei instanties om zoiets te regelen'.
Zij doelt op het zelfbeschikkingsrecht, de terugdringing van bemoeienis van overheids- en andere instanties. Een grotere zelfbeschikking geeft een grotere vrijheid. Op zichzelf is dit een integer streven indien het jezelf als individu betreft.
Bij ontslaan van medewerkers gaat het om het zelfbeschikkingsrecht (lees ‘macht’) over andermans leven. Het ligt voor de hand dat daartegen weerstand bestaat. Versoepelen van het ontslagrecht betekent een grotere vrijheid voor werkgevers. Het versterkt hun machtspositie. Met andere woorden: hier klinkt een versterkte nagalm van de slavernij. Dezelfde tendens zien we bij de verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 of 67 jaar, die de periode van relatieve onvrijheid van werknemers verlengt. Dit gezichtspunt horen we zelden in het debat over deze vraagstukken.
De tendentie van versterking van de machtspositie van de één over de ander kunnen slechts worden doorbroken door de gedachten van dienstbaarheid en ontwikkeling.
‘De financiële sector moet dienstbaar worden aan de samenleving en het kortetermijndenken laten varen’, zei Herman Wijffels kortgeleden in Buitenhof. Kortetermijndenken betekent werken voor het eigen gewin, het eigen inkomen. Dat geldt voor zowel werkgevers als voor werknemers.
Je kunt de gedachte van dienstbaarheid doortrekken naar alle bedrijven en laten gelden voor alle werkgevers en werknemers. Medewerkers stellen zich dienstbaar op ten opzichte van de doelstelling van het bedrijf: het voorzien in de behoeften van ‘consumenten’ van hun waren, diensten of professionele adviezen. Zij dragen bij aan deze ontwikkeling.
Werkgevers worden dan (ook bij ontslag) dienstbaar aan de verdere (externe) ontwikkeling van hun medewerkers. Indien intern ontwikkeling is gestopt of verder niet mogelijk blijkt, dan scheiden de wegen. Daar hoort in beginsel geen ontslagvergoeding bij en zeker niet volgens een op het verleden gerichte kantonrechtersformule. Wel een toekomstgerichte, ontwikkelingsgerichte faciliteringsregeling ten behoeve van het zo snel mogelijk vinden van een nieuwe werkkring. Met enige goede wil kan je daar samen zien uit te komen, zonder bemoeienis van overheden e.d.
Ook dat kan je in de huidige tijdgeest beluisteren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten