zondag 19 oktober 2008

EEN DERDE WEG?

Met interesse heb ik vanmiddag geluisterd naar prof. Arjo Klamer in Buitenhof. Vooral wat betreft het opnieuw in de aandacht brengen van de geheel verkeerd begrepen Adam Smith (The Theory of the Moral Sentiments EDINBURGH:1759) en het doorbreken van het dualistische denken over 'markt - overheid' door het benadrukken van een sterke rol van 'de samenleving'.
Iemand als emeritus hoogleraar Prof. Dr. Cees Zwart (http://www.narrator-zwart.eu/) brengt al sinds de jaren '70 dit vraagstuk op meesterlijke wijze voor het voetlicht. Ik durf dat zo te stellen aangezien ik hem al ruim 30 jaar in zijn gedachtengang volg.
Ook ik ben niet ongelukkig met de huidige financiële kredietcrisis. Het leven slaat terug als de uitvoering van onvruchtbare ideeën te sterk doorschiet. De ontwikkelkunde zegt dat crises vaak nodig zijn om nieuwe benaderingen het licht te geven. Crisis als kans voor het nieuwe. En het interessante is nu dat Klamer als een soort 'maverick' de moed heeft zo'n nieuwe benadering uit te spreken. Zijn opponent begreep er maar weinig van. Zit helaas nog teveel geketend aan de verkalkte neoliberale filosofie, hoewel niet 'ongeclausuleerd', zoals hij zich uitdrukte. Echter wel oude wijn in oude zakken.
Toch plaats ik enkele opbouwende kanttekeningen bij Klamers betoog.

De vraag is of Klamer met zijn drieheid van 'markt, overheid, samenleving' op de goede weg is. In mijn gevoel hapert er iets aan. Hieronder ligt ik dit toe.

Als mens staan wij op met een drievoudige oriëntatie in de samenleving:

Samen met anderen zijn wij medemens in het sociale leven, ons omgangsleven, het rechtsleven:
• als kind/medemens/partner in een persoonlijke relatie, huwelijk of gezin;
• als landgenoot deel uitmakend van een volk of natie;
• als burger in relatie tot de verschillende overheden;
• als kiezer, volksvertegenwoordiger of overheidsdienaar op gemeentelijk, provinciaal of landelijk niveau;
• als buurt-of wijkbewoner;
• als patiënt in een ziekenhuis;
• als gevangene in een huis van bewaring;
• als reiziger voor kortere of langere tijd onderweg;
• e.d.

In andere rollen zijn wij als individu in ontwikkeling in het geestelijk-culturele leven van onze samenleving:
• als leerling/student of professor/docent in een opleidings-/leerproces op school of universiteit;
• als lidmaat of geestelijke van een kerkgenootschap;
• als kunstminnaar of kunstenaar;
• als wetenschapper in een onderzoeksproject;
• als schrijver en als lezer van diens werk;
• e.d.

Verder zijn wij allen deelgenoot in het economische leven met onze bijdragen:
• als consument, producent of handelaar van waren;
• als beroepsbeoefenaar (werkgever of werknemer) werkzaam ten dienste van anderen in een organisatie of als zelfstandige;
• e.d.

(In het aanhangsel ‘Over mens en samenleving’ in mijn vorig jaar verschenen boek ‘Humaan ontslaan?!, een ontwikkelingsgerichte kijk op ontslag’ werk ik dit ontwikkelingsconcept van een driegelede samenlevingsstructuur verder uit. Bron o.a Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft; Steiner 1919).

Klamers drieheid van ‘Markt, Overheid en Samenleving’ geeft in dit licht voor mij, als ik het vergelijkend bekijk, een onevenwichtigheid.
Vergelijk:
Handen - markt
Borst – overheid
Lichaam – samenleving

Immers:
• markt en overheid maken deel uit van de samenleving als geheel zoals de handen en de borst van het gehele lichaam;
• onze handen zijn onderdeel van ons gehele stofwisselings-ledematenstelsel; in deze zin is ‘de markt’ een onzuiver begrip geworden als we het in zijn wezenlijke betekenis beschouwen; in de praktijk zien we immers dat er eigenlijk voornamelijk wordt gedoeld op het zo vrij mogelijk kunnen opereren van ‘commerciële eigen belang doelorganisaties’; met name de consumenten lijken hier in principe de sterkste partij (zonder hun koopgedrag kan geen onderneming bestaan), maar zijn tegelijkertijd de zwakst georganiseerde partij;
• de overheid is niet een kerngeleding in onze samenleving zoals ons bloedsomloop-ademhalingsstelsel in ons gehele lichaam; de overheid maakt als dienstverlenende organisatie(s) deel uit van het ‘sociale leven’, het omgangsleven’, het politieke c.q. rechtsleven;

Interessant in mijn ogen is nu om de drie beginselen van de Frans Revolutie ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap (of Samenwerking) te betrekken op dit drieledige samenlevingsconcept in het licht van de huidige crisis en het debat daarover.
‘Vrijheid’ in de betekenis van geestelijke vrijheid als basisprincipe heeft bij uitstek zijn thuis in het geestelijk-culturele leven.
‘Gelijkheid’ (ook gelijkwaardigheid ofwel gelijke behandeling in de zin van de wet) heeft zijn thuis in het rechtsleven.
‘Broederschap’ (of samenwerking) heeft als ideaal vooral zijn toepassingsgebied in het economische leven. Het gaat hierbij niet alleen om samenwerking binnen of tussen productorganisaties, zoals door middel van fusies, overnames, joint-ventures, strategische allianties of anderszins wordt nagestreefd, maar tevens om nog slechts in relatief geringe mate tot ontwikkeling gekomen samenwerkingsvormen tussen bijvoorbeeld productorganisaties, retailorganisaties en dienstverlenende organisaties, alsmede nieuw ontstane consumentenkringen.
Steiner ziet het als noodzakelijk dat in het economische leven associaties zullen ontstaan waarin diegenen zich verenigen die productie en handel ‘drijven’ evenals consumenten. Slechts productie, distributie (‘circulatie’) van waren en consumptie zullen daarin een rol spelen. Volgens hem zal arbeid meer en meer tot het rechtsleven gaan behoren.

Solche Assoziationen werden sich zusammenfügen. Das wird schon entstehen, ich habe keine Sorge. Wer mir sagt, das ist Utopie, dem sage ich: “Ich weiss, dass diese Assoziationen entstehen einfach aus den unterbewussten Kräften im Menschen. Wir können aber diesen Assoziationen fördern durch die Vernunft, wir können sie schneller entstehen lassen oder aber warten, bis sie sich aus der Not heraus entwickeln” (Steiner 1922).
In het economische leven vormen grondstofverwerving en productie, logistiek en handel evenals consumptie basisfuncties in de keten van grondstof tot consument. In het bijzonder consumenten laten het tot in deze tijd nog steeds vrijwel volledig afweten om zich in economische zin te organiseren. Op een relatief kleinschalig niveau zijn hiervan wel eerste kiemen zichtbaar, zoals in bepaalde consumentenkringen die zich als het ware ‘associatief’ trachten te organiseren rondom en met biologische of biologisch-dynamische landbouwbedrijven, zoals de Pergola-associatie.

Als Klamer nu benadrukt dat ‘de samenleving’ met zijn waarden een derde component zou moeten gaan vormen ten opzichte van de tweeheid van ‘markt – overheid’ dan zou ik ‘samenleving’ primair willen vertalen in ‘georganiseerde consumenten’.
Daartoe is eerst idee-ontwikkeling noodzakelijk. Denken gaat voor doen.
Het initiatief zou uit kunnen gaan van consumenten zelf…..het wachten daarop kan echter lang duren. Wellicht zou het initiatief eerder van een enkele onderneming kunnen komen met één overzichtelijke specifieke product-marktcombinatie. Een bedrijf dat inziet dat haar doelstelling (bestaansfunctie) is ‘het voorzien in de behoeften van haar consumenten’. Objectief beschouwd een altruïstisch doel. Zonder morele kwalificatie. In plaats van het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde. Dat is geen doelstelling maar een motief. En dat motief (dat egocentrisch is) staat haaks op haar bestaansfunctie. Daardoor komen ondernemingsleiders in een spagaat terecht. Echter, aangezien er in verregaande mate sprake is van institutionalisering kunnen zij ermee leven. Tot de crisis uitbreekt en het schaamrood op hun kaken verschijnt.

Het associatief tot stand brengen van samenwerking van een productorganisaties, bijbehorende tussenhandel (groothandel, winkeliers) en een consumenten-organisatie vereist een geleid proces door professionals die van het associatieprincipe zijn doordrongen en die dergelijke initiatiefprocessen kunnen begeleiden. Die zijn schaars, maar ik denk wel dat ze er zijn.
Het Vaticaan is ooit met een stalletje begonnen. Zo ook hier. De weg naar samenwerking in ons economisch leven waarin de egoïsmen elkaar kunnen gaan neutraliseren door wederzijdse open informatie en overleg is niet een heilsboodschap die het paradijs op aarde zal brengen. Wel is het een echte kans om de huidige doorgeschoten hebberigheden te helpen doorbreken.

Geen opmerkingen: