donderdag 12 juni 2008

COMMISSIE BAKKER

Een goed oordeel is nog niet mogelijk is omdat het definitieve rapport pas later in juni zal verschijnen. Toch kan op grond van wat er nu is uitgelekt nuchter worden vastgesteld dat de Commissie Bakker op de goede weg lijkt om het weerbarstige en kleverige ontslagvraagstuk daadwerkelijk een nieuwe impuls te geven. ‘Partijen’ als SER, Stichting van de Arbeid, kabinet en Tweede Kamer kwamen er immers niet uit. Ze trokken aan de uiteinden van hetzelfde touw en dat brak voortdurend in het midden.

Beroepsbevolking en economisch leven in ons land zijn gebaat bij ‘humanisering van ontslagprocessen’. Daartoe behoort het verduidelijken van en goed communiceren over de noodzaak tot externe loopbaanontwikkeling van medewerkers in specifieke gevallen en tevens het faciliteren van een soepele baanovergang. Bijvoorbeeld met behulp van een ontslagleidraad ter omvorming van de bestaande procedures via CWI en kantonrechter.

Het voorstel van de Commissie Bakker zou aangeven dat werkgevers en medewerkers gezamenlijk op zoek moeten gaan naar nieuw werk voor wie moet vertrekken. In de eerste periode (hoe lang?) voorafgaand aan de overgang naar een andere baan zouden werkgevers verplicht worden om het loon te blijven doorbetalen, omdat de arbeidsovereenkomst niet meteen wordt ontbonden. De Commissie Bakker zal over tijdstip en wijze van deze beƫindiging iets moeten zeggen. De kosten worden anders daardoor wellicht wat al te eenzijdig bij de werkgever gelegd. En in geval van een onvermijdelijk gedwongen vertrek is het in zijn algemeenheid juist goed dat de noodzakelijke onthechting kan plaats vinden door de prikkel van de beƫindiging van de arbeidsovereenkomst. Voor de wijze waarop is invoering van een ontslagleidraad een geschikt middel. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en WW-uitkering kunnen geschieden indien het ontslagproces voldoet aan de richtlijnen uit een dergelijke ontslagleidraad.

Samen zoeken naar een nieuwe werkkring zou ten behoeve van een evenwichtiger verdeling van de lasten echter anders moeten worden ingevuld dan de Commissie lijkt te gaan voorstellen:

  • De overheid bekostigt de WW. De duur daarvan niet meer laten bepalen door het arbeidsverleden maar door de ingeschatte benodigde tijd per leeftijdscategorie (bijvoorbeeld tot 40, van 40-50 en vanaf 50) voor het vinden van nieuw werk;
  • De werkgever suppleert met een aan perioden gebonden afbouwstaffel als extra prikkel naarmate de tijd verstrijkt (tot 100%, 90%, 80% e.d. tot einde van een verkorte WW-duur ) en bekostigt outplacementbegeleiding;
  • De medewerker gaat zelf op zoek naar nieuw werk met zijn outplacementbegeleider en kan zijn levensloopregeling desgewenst benutten voor eigen aanvulling op de WW en af te bouwen suppletie van werkgever.

Dit betekent een omvorming van de huidige kantonrechtersformule tot een toekomstgerichte faciliteringsregeling.

Geen opmerkingen: